Paris
Samedi matin (zaterdagmiddag)
5 december
Waarde Neef,
Ik heb nog iets vergeten, wat ik u nu schrijven wil. Wanneer u me werkelijk helpen wilt, zorg dan, dat ik mijn kind terugkrijg. Wat is er meer mijn eigendom dan juist een kind! Ik wil zelf mijn kind opvoeden en … ik zal kort zijn.
Heb ik mijn kind bij me, dan wil ik wonen waar het goed is en doen al wat goed is. Het komt mij eerlijk toe. Zoo niet en weigert John zijn wettige vrouw als vrouw te behandelen, dan moet hij niet schrikken als hij mij onder mijn echte naam als model op de Exposition ziet.
In de marge:
Ik vraag John geen geld, ik wil het wel verdienen
maar voor haar en mij samen
Ik kan wanneer ik wil me goed redden hier te Parijs - prachtig- maar, ik laat alles voor mijn kind (toe nu toe). In het geval dat ik zeker weet haar nooit meer te kunnen bij me hebben als moeder - dan kan het me ook niets meer schelen en gooi ik alles weg. Ik ben moe van dat vechten tegen het leven en ik wil een van tweeën: òf Nonnie bij me en een fatsoendelijke moeder zijn òf ik ga leven zooals me hier zoo schitterend wordt aangeboden. Ik weet wel dat dat leven eindigt met een ongeluk - maar daar ben ik overheen. Ik had vannacht koorts van teveel denken, maar dit is mijne conclusie.
Een ding vraag ik u. Laat die valsche Louise buiten alles - ik haat die vrouw intens om haar gemeene karakter. Het lijkt wel een zaakwaarneemster en John loopt aan de leiband. Enfin Neef, wilt u me helpen, ik zal u mijn heele leven danken, maar kunt u niet John genoeg op zijn gevoel werken, dan hoop ik dat de gevolgen op zijn hoofd zullen komen en ze zien me in Holland niet meer terug
Veel beste groeten van
uwe Gretha.
In de marge:
’t Is wel treurig, maar de man is geloof ik opgestookt of gek.