Naast portretten van statige volwassenen, heeft Wybrand de Geest ook vele kinderen vereeuwigd. Sommigen zijn nog geen jaar oud, anderen zijn al uit de rokken en staan zelfs op de drempel van volwassenheid. (1) Ondanks dat hun schilderijen bewaard zijn gebleven, is niet altijd bekend wie de geportretteerden zijn. Bovendien zullen in de loop der tijd kunstwerken verloren zijn gegaan of verdwenen. Door brand of ander onheil, maar vaak ook doordat ze simpelweg aan het publieke oog zijn onttrokken. Via archieven en oude foto’s krijgen we soms een glimp van een verdwenen schilderij. En soms blijft het bij speculeren of een (kinder)portret daadwerkelijk heeft bestaan.
Bewijs in zwart-wit
Portretten kunnen door de eeuwen heen meerdere keren van eigenaar wisselen, waardoor de identiteit van de afgebeelde persoon op een gegeven moment is vergeten. Sommige schilderijen belanden in museale collecties, terwijl andere via de kunsthandel of veilinghuizen in particulier bezit komen. Af en toe staan in oude veilingcatalogi afbeeldingen die ons helpen bij het traceren van deze werken. Zo kocht het Rijksmuseum in 1900 een portret van een jongen met een kolfbal en -stok uit 1631, destijds toegeschreven aan portretschilder Dirck Dirckz Santvoort. (2) (afb. 1) Twee jaar later werd in Antwerpen een kinderportret door Albert Cuyp geveild. (3) De luxe catalogus bevatte ook een afbeelding van het schilderij, waardoor we weten hoe dit ventje eruitziet. (afb. 2) De huidige verblijfplaats van dat schilderij is echter onbekend. (4) Het portret doet sterk denken aan het exemplaar in het Rijksmuseum: beide jongetjes hebben een kolfstok en bal, en dragen een outfit met zigzagstrepen. Het mannetje in het Rijksmuseum kijkt naar rechts, terwijl de jongen uit Antwerpen naar links kijkt. Ook de afmetingen van de schilderijen komen nagenoeg overeen, wat er ook op wijst dat de werken oorspronkelijk als pendanten bij elkaar hoorden. Beide portretten moeten dan ook door dezelfde kunstenaar zijn geschilderd. In 1903 werd het jongetje in het Rijksmuseum aan Wybrand de Geest toegeschreven, en die toeschrijving lijkt stilistisch gezien juist. (5) Ergens in de negentiende eeuw, of misschien nog eerder, zijn de broertjes van elkaar gescheiden. Dat kan door vererving in verschillende familietakken, of misschien pas bij een veiling. De namen van de jongens blijven vooralsnog onbekend.


Broertjes en zusjes
In de zeventiende eeuw maakten portretten, vooral bij de adel, deel uit van een galerij waarin een familie haar afstamming liet zien. Portretten van jonge kinderen benadrukten de voortzetting van de adellijke lijn en tonen dat de huidige generatie haar plicht vervulde: het voortbrengen van nageslacht. (6) Op deze portretten dragen de kindjes stijve, statige kleding. Soms hebben ze speelgoed in de hand, maar hun houding laat vooral de voorbereiding op het volwassen leven zien.
Het is dan ook logisch dat alle kinderen binnen een gezin een eigen portret kregen. Van Susanna van Burmania is bijvoorbeeld een kinderportret bewaard gebleven. (afb. 3) Wybrand schilderde haar in 1634 op vijfjarige leeftijd. Haar broer Jarich moet eveneens zijn geportretteerd. Dit weten we dankzij een boedelinventaris uit 1693 waarin niet alleen Susanna’s kinderportret wordt vermeld maar ook dat van haar broer: ‘[…] een kint synde de heer Jarich van Burmania’. (7) Ongetwijfeld is ook Wybrand gevraagd om hem te schilderen. De verblijfplaats van dit werk is echter niet bekend.
Door de vele kinderportretten die van Wybrand bewaard zijn gebleven, rijst de vraag of hij zijn eigen kroost ook op kinderleeftijd heeft geschilderd. Samen met zijn vrouw Hendrickien Ulenburgh kreeg hij drie jongens en twee dochters. Maar de portretten zijn niet overgeleverd en in archieven is geen bewijs te vinden dat ze inderdaad hebben bestaan. Als Wybrand zijn telgen afzonderlijk heeft geschilderd, zullen de portretten net zoals de broertjes met kolfstokken, bepaalde kenmerken gemeen hebben zoals eenzelfde formaat.


Wel of niet
Wybrand de Geest staat in de kunstgeschiedenis bekend als een begenadigd kinderportretschilder. Hierdoor worden goed geschilderde, maar niet gesigneerde portretten in de kunsthandel regelmatig aan hem toegeschreven. Een sobere achtergrond, een geblokte marmeren vloer en de statische houding van het kind zijn elementen die vaak geassocieerd worden met zijn werk. (afb. 4) Om met zekerheid vast te stellen of een kinderportret echt door Wybrand de Geest is geschilderd, is grondige studie nodig. Een nauwkeurige analyse van de schilderstijl en herkomst kan uitsluitsel geven, maar het blijft een uitdaging voor kunsthistorici.
Voetnoten
(1) Jongens droegen tot ongeveer hun 7e rokken, daarna kregen ze de kleding voor volwassen mannen aangemeten.
(2) Catalogue des collections d’antiquités au chateau de Heeswijk, Musée ‘Baron van den Bogaerde’, II Galerie de portraits et autres tableaux anciens, (A.A.A.M. van der Does, geassisteerd door Frederik Muller), Den Bosch, vanaf 19 juni 1900, nr. 89, als Dirck Dircksz Santvoort.
(3) Catalogue des tableaux de maîtres anciens et modernes des écoles flamande, française, hollandaise, etc. composant la collection de feu M. Edmond Huybrechts, (Le Roy), Antwerpen, 12 mei 1902, nr. 77, als Albert Cuyp.
(4) Het portret was voor het laatst in de collectie van Van Wickevoort Crommelin, Den Haag, 1948, via RKD. Y. Bruijnen, 2007, 'Wybrand de (I) Geest, Portrait of a Boy with a Kolf Club, 1631', in J. Bikker (red.), Dutch Paintings of the Seventeenth Century in the Rijksmuseum, online coll. cat. Amsterdam: hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.8556 (geraadpleegd op 21 maart 2025).
(5) Op.cit. noot 4.
(6) Sara van Dijk en Friso Lammertse, ‘Van generatie op generatie. Portretten van voor- en nageslacht’, in Sara van Dijk en Matthias Ubl, Vergeet me niet. Portretten uit de renaissance, Amsterdam 2021, pp. 54-77.
(7) Boedelinventaris van Edzart Duco van Harinxma thoe Slooten. Hier werden vele portretten van verre voorouders en naaste familieleden bewaard, waaronder het kinderportret van Edzarts moeder Susanna van Burmania en oom Jarich: ‘Nog een uts van een kint synde de heer Jarich van Burmania’ (met ‘ut supra’, afgekort ‘uts’ werd ‘als boven’ bedoeld, in dit geval ‘conterfeitsel’. Met dank aan Pieter Nieuwland). Archief van de stad Leeuwarden - HCL, Nedergerecht Leeuwarden invnr. 3418 Inventarisatieboek 1693-1694, boedelinventaris van Edzart Duco van Harinxma thoe Slooten, 19 oktober 1693, folio 108.

meer over de tentoonstelling
vanaf september 2025

lees ook de andere blogs
bekijk de andere artikelen