maria van jever

vrouwe van jever
maria van jever

landsvrouw maria van jever

Stel voor, je bent vrouw, erfgename van een edel geslacht en door overlijdensgevallen in de familie plotseling een gewilde huwelijkspartner voor machtige mannen die eerder nog jouw dierbaren het leven zuur maakten. Van liefde is geen sprake, de enige reden voor hen om met jou te trouwen is omdat ze op die manier over jouw erfdeel kunnen beschikken. Je was niet meer dan een middel om hun eigen macht, aanzien en bezit uit te breiden.

Het overkwam Maria van Jever (1500-1575), de laatste telg in de bloedlijn van het edele Friese geslacht Wiemken. De stamzetel van de Wiemkens lag in Jever, dat toen nog tot Ostfriesland (tegenwoordig Duitsland) werd gerekend. Al langere tijd aasde de concurrerende Friese familie Cirksena, waarvan de leider inmiddels de titel graaf van Ostfriesland droeg, op het bezit van de Wiemkens. Ze meenden er zelfs wettelijk aanspraak op te maken. Een huwelijk tussen beide huizen was de uitgelezen kans om daadwerkelijk de claims in de praktijk te doen gelden. Tot een bruiloft kwam het nooit.

De Cirksena-clan besloot met geweld Jever op te eisen en veroverde de stamburcht van de Wiemkens. Ter bewaring van het pas veroverde kasteel en grondgebied stelden ze een vertrouweling aan, de Friese edelman Boing van Oldersum. Tussen hem en Maria ontsproot liefde die zo sterk moet zijn geweest dat Boing bereid was de Cirksena’s te verraden en Jever terug te winnen voor zijn geliefde.

Jever was daarmee weer onafhankelijk geworden. Toch had het liefdessprookje geen happy end, want Boing overleed in 1540 vlak voor het huwelijk met Maria. In plaats van opnieuw te trouwen besloot Maria alleenstaand te blijven en bestuurde Jever tot aan haar dood in 1575.  Ze regelde in haar testament dat Jever na haar overlijden niet alsnog naar de Cirksena’s ging, maar naar de graaf van Oldenburg.

maria van jever
maria van jever
maria van jever's maliënkolder
maria van jever's maliënkolder

In haar regeringsperiode als ‘vrouwe van Jever’ heeft ze veel voor elkaar gekregen. Zo zorgde ze ervoor dat de nederzetting stadsrechten kreeg, liet ze betere versterkingen rondom de stad en burcht aanleggen en investeerde ze in de bouw van een armenhuis en een Latijnse school. Ook hield ze zich bezig met waterbeheersing door bijvoorbeeld dijken te laten verstevigen, land in te polderen en een sluis te laten bouwen. Als symbool van haar positie als heerseres zou zij zelfs een wapenuitrusting hebben bezeten die in de wapenkamer van het kasteel Jever werd bewaard. Een van de onderdelen daarvan, te weten een Maria toegeschreven maliënkolder, is nu te zien in de tentoonstelling Vrijheid, Vetes Vagevuur.   

Meer weten? Kijk ook op https://www.maria-von-jever.de/

© Fries Museum - alle rechten voorbehouden disclaimer privacybeleid