mai van oers

toen kwamen de wolven
mai van oers

fries museum presenteert mai van oers: toen kwamen de wolven

Vanaf 2 april 2022 tot en met 17 juli 2022 laat het Fries Museum een solotentoonstelling met werk van Mai van Oers (Uden, 1953) zien. Haar unieke tekeningen voeren je naar een wereld die schijnbaar onmogelijk is, waar leven en dood door elkaar lopen en waarin van Oers speelt met licht, perspectief, oneindigheid en ruimtelijkheid. Gefragmenteerde herinneringen ontmoeten religieuze iconografie en door oude kunst geïnspireerde architectuur in grote, gedetailleerde tekeningen. Ze worden in de tentoonstelling afgewisseld met schilderijen van heldere landschappen

De tentoonstelling opent tegelijkertijd met de solotentoonstelling van Petrit Halilaj (Kostërrc, Kosovo, 1986) op zaterdag 16 april met een feestelijke publieksopening. Mai van Oers geeft die dag om 14.00 uur een rondleiding door haar tentoonstelling. Aanmelden kan via de website, er is beperkt plek. Tijdens de publieksopening is het museum gratis toegankelijk voor iedereen, een ticket vooraf reserveren is aangeraden.

goddelijke komedie
Van een kathedraal bestaande uit honderden doodshoofden, donkere en lichte gaten die je van de ene naar de andere dimensie transporteren, tot talloze grafzerken en skeletten; ze maken deel uit van de getekende wereld van van Oers. Van Oers maakt haar tekeningen en schilderijen zonder vooropgezet plan. Soms leidt dat tot een reeks tekeningen rond eenzelfde onderwerp, zoals de serie At the back of beyond (2013-2016). Deze is dankzij bruiklenen van Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, en Centraal Museum, Utrecht, voor het eerst in zijn geheel te zien. De vier tekeningen waar zij enkele jaren aan werkte, verbeelden haar eigen persoonlijke "Goddelijke komedie”, naar een allegorisch verhaal van de Florentijnse dichter Dante Alighieri. Dat vertelt het verhaal van een reis door het hiernamaals; door de hel, het vagevuur en de hemel. De serie van Van Oers gaat over dood, verdriet, liefde en wedergeboorte. Onbedoeld dicht bij de werkelijkheid, want tijdens het maken van de serie overleed haar moeder. Een gebeurtenis die met terugwerkende kracht betekenis gaf aan wat van Oers tekende. In de tentoonstelling zijn twee tekeningen te zien uit een nieuwe serie waaraan Van Oers nu werkt. Deze tekeningen gaan over haar jeugd, die Van Oers deels doorbracht op kostschool bij de Ursulinen, een katholieke vrouwelijke kloosterorde. In deze tekeningen put zij voornamelijk uit het onderbewustzijn.

landschappen
Terwijl de natuur in de tekeningen nauwelijks te zien is, is het landschap onderwerp van de schilderijen. Het is een mengeling van bestaande en ingebeelde natuur. De schilderijen in deze tentoonstelling zijn gebaseerd op herinneringen aan lange wandelingen, o.a. naar Santiago in 1983 en naar Rome in 1993. Met verschillende technieken schildert van Oers de indrukken die zij al lopend opdeed. Hierover zegt zij zelf: ’Als je dagen achtereen niemand tegenkomt behalve een oude vrouw met takkenbossen op haar rug en af en toe in de verte een schaapherder, ontwikkel je een andere, intensere blik op het landschap. Je perceptie van afstand en tijd verandert. Je gaat kijken met de blik van iemand uit de 16e of 17e eeuw of nog vroeger, iemand die niet beter weet dan te voet of te paard te reizen. Daardoor lees je het landschap op een andere manier. Je gaat meer zien, anders kijken en eindeloos inzoomen op je omgeving. Dat sla je allemaal onbewust op. En soms komt dat er in een schilderij of tekening weer uit.’

mai van oers
Van Oers studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie, won de Jeanne Oosting Prijs voor de schilderkunst en woont en werkt in Amsterdam. Haar werk is de afgelopen jaren in verschillende groepstentoonstellingen te zien geweest. Het is voor het eerst dat het werk in een museale solotentoonstelling wordt getoond.

 
Deze tentoonstelling wordt mede mogelijk gemaakt door Mondriaan Fonds, het publieke stimuleringsfonds voor beeldende kunst en cultureel erfgoed.

© Fries Museum - alle rechten voorbehouden disclaimer privacybeleid