de noordzee als verbindende factor
De Noordzee is in de Vikingtijd de snelweg van Europa. Alles gaat sneller over water. De binnenlanden zijn doorgaans zo slecht begaanbaar dat iemand vanuit Frisia eerder in Denemarken is dan in Enschede. Dat maakt de zee tot de levensader van het Noorden. Friezen hebben veel contact met andere Noordzeeburen, waar ze mee handelen en gebruiken mee uitwisselen.
Frisia strekt in de Vikingtijd van het Zwin, bij Brugge, tot aan de Wezer bij Bremen. Friezen zijn bovendien een echt Noordzeevolk dat bedreven is in scheepsbouw, zeevaart en handel. Frisia bestaat grotendeels uit drassige graslanden die zo nu en dan onder water lopen. Om de voeten droog te houden, leven de Friezen daarom op opgehoogde woonbulten die terpen worden genoemd.
Frisia is een belangrijke schakel in het handelsnetwerk rondom de Noordzee. Dat trekt Scandinavische handelaren aan, waaronder Vikingen. De Friezen verkopen aan hen hun eigen, Friese goederen en opereren als vervoerder. Daarnaast zetten ze tot in Noorwegen en Engeland eigen Friese handelsposten op, als doorvoerhaven of vestigingsplaats.
Een typisch Fries exportproduct is wol, dat als fijngeweven stof een echte bestseller wordt. Ook varen Friezen rivieren af zoals de Rijn, om handelswaar uit het Europese binnenland te halen. Zo verkopen ze hout, keramiek, glas, ijzeren wapens, wijn en graan aan Vikingen en handelaren in Scandinavië en op de Britse eilanden.