vikingen

de noordzee als slagveld en handelsnetwerk

Vikingen zijn de piraten van de Noordzee. Van het eind van de 8ste eeuw tot halverwege de 11de eeuw maken ze de Europese kusten onveilig. Moordend, plunderend en rovend trekken ze van streek naar streek. ‘Op Viking gaan’ is een lucratieve levensstijl die rond de hele Noordzee in trek is. Deze zee is in de Vikingtijd het centrum van een levendige uitwisseling en de omringende gebieden delen een cultuur. Die omvat ook Frisia, een gebied dat dan strekt van Vlaanderen tot in Noord-Duitsland. Frisia lijdt onder Vikingaanvallen, maar er zijn ook Friezen die kiezen voor een leven als Viking.

Het zijn stormachtige tijden. In de 9de en de 10de eeuw teisteren Vikingen vanaf de Noordzee de Friese kusten. Frisia is ingelijfd bij het Frankische rijk, dat een geliefd doelwit is voor plunderende Vikingen. Zij vallen Frisia zo vaak aan dat de Friezen zelfs spreken over ‘de vloed van de wilde Viking’. Die vloed begint in het jaar 810, als Deense Vikingen Frisia aanvallen met een vloot van tweehonderd schepen. Na eerst de eilanden te hebben verwoest, bereiken ze het vasteland. Drie bloederige veldslagen verder en een afkoopsom van zo’n honderd pond zilver rijker, vertrekken de Vikingen weer naar Denemarken.

Vele roofovervallen volgen. De Franken benoemen enkele Vikingheren zelfs tot Friese graaf, in de hoop andere Vikingbendes van zich af te houden. Het plan mislukt en in 885 worden de Vikingheren verjaagd. Hierna zullen Vikingen Frisia nog ruim een eeuw belagen.

hoe vikingen plunderaars en heersers werden in europa

In de 9de en 10de eeuw beheersen ze delen van Frisia, de Britse eilanden en Noord-Frankrijk. Bijna niemand is veilig voor de Vikingen. Via zeeën en rivieren stropen de rovers heel West-Europa af. In de winter keren ze meestal terug naar huis, maar in de 9de eeuw veranderen ze hun strategie. Vanaf dan richten de Vikingen winterkampen op, zodat ze dieper de binnenlanden in kunnen trekken.

Om plundering te voorkomen, worden aanvallen soms afgekocht. Andere machtshebbers benoemen Vikingen tot krijgsheer of geven uit wanhoop landsdelen ‘te leen’. Zo krijgen Vikingen delen van Engeland in handen en bemachtigen Deense Vikingen, in ruil voor het beschermen van de regio Parijs, een stuk land in Noord-Frankrijk. De ‘Noormannen’ vestigen zich er permanent. Nog steeds heet dit gebied ‘Normandië’.

nietsontziende rooftochten en veroveringen

Op Viking gaan is niet voor de teerhartigen. Vikingen zijn gewetenloze, effectieve en agressieve piraten en in hun jacht naar buit en avontuur schuwen ze geen enkel middel. Plunderen, moorden, roven, verkrachten, dorpen platbranden, slavenhandel: alles is geoorloofd.

Hun werkterrein strekt tot buiten Europa. Op de snelle Vikingschepen zitten vaak meer mannen dan het aantal weerbare inwoners van een dorp. Kerken en kloosters zijn bovendien slecht beveiligd en de kostbaarheden liggen er voor het grijpen. Vanaf het water slaan de Vikingen toe, waarna ze zich met de buit weer uit de voeten maken. Naast het uitvoeren van deze hit-and-run-overvallen, verenigen Vikingen zich ook in succesvolle legervloten. In de 11de eeuw veroveren ze zelfs meerdere keren de Engelse troon.

Reconstructie van een terpenlandschap in Vikingtijd. Copyright Ulco Glimmerveen, 2019.
Reconstructie van een terpenlandschap in Vikingtijd. Copyright Ulco Glimmerveen, 2019.

de noordzee als verbindende factor

De Noordzee is in de Vikingtijd de snelweg van Europa. Alles gaat sneller over water. De binnenlanden zijn doorgaans zo slecht begaanbaar dat iemand vanuit Frisia eerder in Denemarken is dan in Enschede. Dat maakt de zee tot de levensader van het Noorden. Friezen hebben veel contact met andere Noordzeeburen, waar ze mee handelen en gebruiken mee uitwisselen.

Frisia strekt in de Vikingtijd van het Zwin, bij Brugge, tot aan de Wezer bij Bremen. Friezen zijn bovendien een echt Noordzeevolk dat bedreven is in scheepsbouw, zeevaart en handel. Frisia bestaat grotendeels uit drassige graslanden die zo nu en dan onder water lopen. Om de voeten droog te houden, leven de Friezen daarom op opgehoogde woonbulten die terpen worden genoemd.

Frisia is een belangrijke schakel in het handelsnetwerk rondom de Noordzee. Dat trekt Scandinavische handelaren aan, waaronder Vikingen. De Friezen verkopen aan hen hun eigen, Friese goederen en opereren als vervoerder. Daarnaast zetten ze tot in Noorwegen en Engeland eigen Friese handelsposten op, als doorvoerhaven of vestigingsplaats.

Een typisch Fries exportproduct is wol, dat als fijngeweven stof een echte bestseller wordt. Ook varen Friezen rivieren af zoals de Rijn, om handelswaar uit het Europese binnenland te halen. Zo verkopen ze hout, keramiek, glas, ijzeren wapens, wijn en graan aan Vikingen en handelaren in Scandinavië en op de Britse eilanden.

friezen en vikingen als handelaren

Friezen en Vikingen drijven ook handel met elkaar. Frisia maakt, via de Noordzee, deel uit van een groot handelsnetwerk dat in handen is van Scandinaviërs. Zij bevaren met hun schepen de zeeën en rivieren tot aan Groenland, het Verre Oosten, Kiev, Constantinopel en Bagdad. Scandinavische handelaren en rondreizende Vikingen brengen hun exotische welvaart ook naar Frisia. Vanuit het Noorden nemen Scandinaviërs barnsteen en glaskralen mee, en verhandelen ze bont, pelzen en huiden. Uit het Midden en Verre Oosten halen ze luxegoederen als zijde en zilver. Vikingen verkopen hun elders geroofde waren.

Ook de Friezen springen in op de markt en verhandelen goederen als wollen stoffen, wijn, glaswerk, aardewerk en wapens. Rondom de Noordzee vestigen ze bovendien hun eigen handelsposten, onder andere in het Zweedse Sigtuna en het Engelse York.

talen en tekens

Op de Friese terpen wordt Oudfries gesproken. De Scandinaviërs spreken Oudnoors, in verschillende lokale dialecten. Beide talen stammen af van dezelfde taalfamilie en daarom lijken ze sterk op elkaar. Zowel Friezen en Scandinaviërs als rondreizende Vikingen gebruiken het runenschrift: hoekige tekens die gemakkelijk in objecten kunnen worden gekerfd. Omdat de klanken onderling verschillen, gebruikt elk gebied een eigen variant van het runenalfabet.

Runenteksten zijn lastig te ontcijferen. De tekens worden alleen gebruikt voor korte inscripties en niet voor langere teksten. Alle woorden worden bovendien aan elkaar geschreven. Daarnaast hebben sommige tekens meerdere betekenissen, die per streek en per periode kunnen verschillen.

Bij de rechtspraak hebben de staf en het zwaard een belangrijke symbolische functie. In het Friese zwaard is ‘EDAEBODA’ gekerfd. Dat kan worden geïnterpreteerd als ‘eed-bode’, of ‘drager van de eed’. Op de staf staat ‘Tuda. Een getuige kies jij, Tuda.’ Er komt bovendien een teken op voor uit het Scandinavische runenschrift. Dat laat zien dat beide talen elkaar in de Vikingtijd beïnvloeden.

Kromgebogen miniatuurzwaard met runeninscriptie. De runeninscriptie wordt vooraf gegaan door een ruitvormig ornament. Runeninscriptie: EDAEBODA. De inscriptie kan geinterpreteerd worden als 'eed-bode', of 'drager van de eed'. Het zwaard had in de vroegmiddeleeuwse rechtspraak een belangrijke symbolische functie; een eed werd op een zwaard gezworen.
Kromgebogen miniatuurzwaard met runeninscriptie. De runeninscriptie wordt vooraf gegaan door een ruitvormig ornament. Runeninscriptie: EDAEBODA. De inscriptie kan geinterpreteerd worden als 'eed-bode', of 'drager van de eed'. Het zwaard had in de vroegmiddeleeuwse rechtspraak een belangrijke symbolische functie; een eed werd op een zwaard gezworen.

vermaak en spel

Vermaak is van alle tijden. Wanneer het werk gedaan is, ontspannen de Noordzeekustbewoners zich met wedstrijdjes, spelletjes en spannende verhalen. In Scandinavië en Frisia wordt volop geschaatst en dorpelingen dagen elkaar regelmatig uit voor een bordspel. ’s Avonds komen ze samen rond het vuur, waar mythes en gedichten worden verteld – soms zelfs door rondreizende rasvertellers.

Rondom de Noordzee worden vaak dezelfde speelobjecten teruggevonden. Sommige spelletjes die in de Vikingtijd gespeeld worden, zijn ook nu nog herkenbaar. Zo spelen ze graag een bordspel als ‘koningstafel’, dat de voorloper is van het huidige schaakspel. Ook dobbelstenen zijn vrijwel onveranderd gebleven.

het leven als viking

Niet alleen Scandinavische kerels zijn Viking. Viking zijn is een vrije levensstijl waar iedereen voor kan kiezen. Ook voor sommige Friezen is het piratenleven zo aanlokkelijk dat ze, op zoek naar buit en avontuur, het zwaard opnemen om als Friese Viking de kusten onveilig te maken.

Iedereen kan dus kiezen voor een leven als Viking. Een Vikingcarrière kan daarbij al vroeg beginnen, soms zelfs voor de tienertijd. Ook vrouwen kunnen krijger zijn, zo blijkt uit de vondst van een vrouwenkrijgersgraf in Zweden. Het zou dus kunnen dat ook zij ‘op Viking gingen’.

Wie eenmaal als Friese Viking vertrokken is, hoeft echter niet meer terug te komen. Het Friese wetboek is duidelijk: wie zich bij de brute Vikingen heeft aangesloten, wordt beschouwd als een misdadiger en is thuis niet langer welkom.

verrassend verzorgd

Het traditionele beeld van de Viking als een kerel met een zwaard en een gehoornde helm is inmiddels achterhaald. De meeste Vikingen dragen bijlen, speren en schilden. Alleen rijke Vikingen dragen een kostbaar zwaard, een ijzeren helm en een beschermend hemd van metalen ringetjes. De bekende, gehoornde helm is een fabeltje. Dat idee is afkomstig uit de 19de eeuw, uit de Duitse opera.

Ook zijn Vikingen vaak geen ruige kerels. Een Engelse monnik beklaagt zich er bijvoorbeeld over dat de 11de-eeuwse Vikingmannen zo goed verzorgd zijn dat zelfs getrouwde Engelse dames voor hen vallen. Vikingen zijn dus niet ruw en onverzorgd, maar juist fris en netjes. Ze houden van gekamde haren en schone oren. Net als andere Scandinaviërs en Friezen hebben ze hun toiletgerei graag binnen handbereik. Rondom de Noordzee dragen mannen en vrouwen hun kam dan ook meestal bij zich. Ook oorlepels en baardtangen zijn onmisbare attributen.

Vooral Scandinaviërs staan erom bekend zichzelf goed te verzorgen. Ze wassen zich vaak en hun baarden zijn altijd netjes getrimd. Onder jonge, Scandinavische Vikingen is het populair om het haar op te scheren en een lange lok voor de ogen te dragen. Zelfs de Engelse koning neemt in de 8ste eeuw een ‘heidens’ Vikingkapsel, tot afschuw van de lokale christenen.

Fragment van een bronzen dekplaatje van een zogenoemde drielagenkam. Gevonden in de terp van Almenum, gemeente Barradeel. Het fragment is 10 cm lang en 1 cm breed. De oorspronkelijke dekplaat zal rond de 12-13 cm zijn geweest. De bovenzijde is versierd met twee vlechtbanden, gescheiden door twee lengteribbels. In de dekplaat zitten zes gaten bestemd voor klinknagels. De dekplaat heeft oorspronkelijk deel uitgemaakt van een stel van twee, door ijzeren of bronzen klinknagels met elkaar verbonden, dekplaatjes waartussen een aantal getande plaatjes was geklemd van been of gewei: de eigenlijke kam. Dergelijke drielagenkammen werden al in de romeinse tijd gebruikt en kwamen ook nog na de middeleeuwen voor, maar dan wel met andere vormen en ornamentiek.
Fragment van een bronzen dekplaatje van een zogenoemde drielagenkam. Gevonden in de terp van Almenum, gemeente Barradeel. Het fragment is 10 cm lang en 1 cm breed. De oorspronkelijke dekplaat zal rond de 12-13 cm zijn geweest. De bovenzijde is versierd met twee vlechtbanden, gescheiden door twee lengteribbels. In de dekplaat zitten zes gaten bestemd voor klinknagels. De dekplaat heeft oorspronkelijk deel uitgemaakt van een stel van twee, door ijzeren of bronzen klinknagels met elkaar verbonden, dekplaatjes waartussen een aantal getande plaatjes was geklemd van been of gewei: de eigenlijke kam. Dergelijke drielagenkammen werden al in de romeinse tijd gebruikt en kwamen ook nog na de middeleeuwen voor, maar dan wel met andere vormen en ornamentiek.

schepen als sleutelinstrument

Bijna alles wordt over water vervoerd en een goed schip is daarom goud waard. Vooral Scandinaviërs zijn uitstekende schepenbouwers. Hun schepen zijn sterk, snel, licht en flexibel. Door hun geringe diepgang kunnen deze schepen bovendien bijna overal komen en daar maken ook Scandinavische Vikingen dankbaar gebruik van. De schepen worden voortgestuwd door roeiers, maar daar komt in de Vikingtijd iets nieuws bij: het zeil. Nu kunnen afstanden veel sneller worden afgelegd.

In de 10de eeuw ontstaan er twee scheepstypen in Scandinavië: handelsschepen en oorlogsschepen. De handelsschepen zijn breder en dieper, om zoveel mogelijk lading te kunnen vervoeren. Oorlogsschepen zijn slanker, waarmee vooral Scandinavische Vikingen zich pijlsnel over zee verplaatsen.

Een goed schip is licht én sterk. Daarom bouwen de Scandinaviërs, waaronder Vikingen, hun schepen overnaads. Bij deze methode overlappen de planken van de scheepshuid elkaar, waarbij ze met ijzeren nagels aan elkaar zijn geklonken. Met mos of dierenhaar maakten ze de naden waterdicht. Dit is goed te zien bij deze Scandinavische scheepsresten die gevonden werden in de Friese handelsplaats Dorestad, tegenwoordig Wijk bij Duurstede.

paganisme en mythologie

Friezen en Scandinaviërs, dus ook Vikingen, delen eeuwenlang hetzelfde geloof. Het is gebaseerd op de talloze verhalen van de Noordse mythologie. Deze mythen beschrijven de wereld als een magische plek die bevolkt wordt door reuzen, monsters en schimmige wezens. Een mensenleven wordt bepaald door de grillen van vele goden, waarvan Odin, Loki, Thor en Freyr de bekendste zijn.

Dood en tegenslag liggen altijd op de loer en daarom proberen de noorderlingen hun goden gunstig te stemmen. Hierbij worden dieren en soms mensen geofferd. Alleen mannen die in de strijd zijn omgekomen, mogen naar het Valhalla, Odins roemrijke feestzaal. Vrijwel alle andere doden wacht het duistere rijk van de godin Hel. 

het einde van de vikingen: kerstening en ondergang

De opkomst van het christendom betekent het einde van de Vikingtijd. Vanaf de 7de eeuw zet het Frankische rijk de verspreiding van het christendom in als politiek machtsmiddel. Met de invoering van een christelijke hiërarchie versterken ze tegelijk hun eigen gezag.

De kerstening van het ‘heidense’ Noorden blijkt nog niet zo makkelijk. Rond 630 verschijnen de eerste missionarissen in Frisia. De Friezen blijven echter lange tijd overwegend heidens en gebruiken christelijke en heidense riten door elkaar. Door kerken en kloosters te beroven werken Vikingen de kerstening bovendien flink tegen. Pas in de 10de eeuw ontstaat er een vast netwerk van kerken.

Plunderende Vikingen stuiten ondertussen steeds vaker op effectief verzet. Tegelijkertijd brokkelt hun macht af door interne twisten. Rond 1100 is het hele Noordzeegebied gekerstend, inclusief Scandinavië. Daarmee zegt het Noordzeegebied de Vikinglevensstijl vaarwel.

 

Fries Museum
Wilhelminaplein 92
8911 BS Leeuwarden
T: 058 255 55 00
E: info@friesmuseum.nl

openingstijden

dinsdag t/m zondag 11.00 - 17.00 uur.


© Fries Museum - alle rechten voorbehouden | disclaimer | privacybeleid