schaatsen in je onderrok

door marlies stoter
schaatsen in je onderrok

schaatsen in je onderrok

 

Rond 1765 kwam het wedstrijdschaatsen in het noorden van Nederland op gang. Aanvankelijk werden de wedstrijden, net als dat bij kaatsen het geval was, georganiseerd door herbergiers. Voor hen een mooie kans om extra te verdienen aan verteringen van de grote massa mensen die het schouwspel kwam bekijken. Begin negentiende eeuw zetten mensen uit de gegoede burgerij, prominente Friezen of Groningers, de wedstrijden op touw en zij loofden (en betaalden!) kostbare prijzen uit, vaak van goud en zilver. De winnaars konden deze aanzienlijke prijzen weer te gelde maken. Net als nu deden de organisatoren hun best om de wedstrijden ordelijk te laten verlopen: geen mensen op de baan behalve de officials, de deelnemers, de baanvegers, maar slaagden daar evenmin in.

Nicholaas Baur, Hardrijderij voor vrouwen op de winterse Westersingel te Leeuwarden, 1809, Fries Museum, Leeuwarden - Collectie Koninklijk Fries Genootschap
Nicholaas Baur, Hardrijderij voor vrouwen op de winterse Westersingel te Leeuwarden, 1809, Fries Museum, Leeuwarden - Collectie Koninklijk Fries Genootschap

In de zware winter van 1808-1809 konden er eindelijk weer verschillende wedstrijden gereden worden. Baur schildert hier de wedstrijd tussen jonge, ongehuwde vrouwen in Leeuwarden op de bevroren stadsgracht voor de Lievevrouwenwaterpoort. Vierenzestig vrouwen tussen de zestien en de 36 jaar (oudste was uiteindelijk 27 jaar) streden in de voorrondes tegen elkaar. Om goed te kunnen schaatsen moesten ze hun bovenkleding uitdoen: een deel van hun gekouste benen werd zo zichtbaar en dit in combinatie met hun blote armen gaf aanleiding tot artikelen in de krant over zedeloosheid. Natuurlijk waren er ook mensen, die genoten van het kijken naar deze sportieve vrouwen. De finale kortebaanschaatsen voor vrouwen werd gereden op zaterdag 21 januari 1809. Winnares van het gouden oorijzer was de 21-jarige Houkje Gerrits Bouma uit Veenwouden en Mayke Meyes Visser uit Heeg kwam als tweede over de finish met een gitten ketting met gouden slot als prijs. Voor Houkje was het winnen van de wedstrijd een geweldige opsteker: acht maanden daarvoor was haar moeder op 43-jarige leeftijd overleden en als oudste dochter van een schipper kwam de zorg voor het kinderrijke gezin op haar neer. Ze zal het gouden oorijzer verkocht hebben, want het wordt jaren later niet meer in haar boedel aangetroffen.

Nicholaas Baur, Hardrijderij voor vrouwen op de winterse Westersingel te Leeuwarden, 1809, Fries Museum, Leeuwarden - Collectie Koninklijk Fries Genootschap
Nicholaas Baur, Hardrijderij voor vrouwen op de winterse Westersingel te Leeuwarden, 1809, Fries Museum, Leeuwarden - Collectie Koninklijk Fries Genootschap
Nicholaas Baur, Hardrijderij voor vrouwen op de winterse Westersingel te Leeuwarden, 1809, Fries Museum, Leeuwarden - Collectie Koninklijk Fries Genootschap
Nicholaas Baur, Hardrijderij voor vrouwen op de winterse Westersingel te Leeuwarden, 1809, Fries Museum, Leeuwarden - Collectie Koninklijk Fries Genootschap

ontdek meer winterse schilderijen

© Fries Museum - alle rechten voorbehouden disclaimer privacybeleid